Bibliografie
Exporteer 812 resultaten:
Auteur [ Titel
] Type Jaar Filters: Eerste Letter Van De Achternaam is G [Alle filters opschonen]
. (2011). Utrecht Museum Catharijneconvent. Illustrated Inventory of Medieval Manuscripts in Latin script in the Netherlands (Vol. 1, p. 233). Hilversum: Verloren.
. (1995). Utrecht in de ban van de ring. De kromstaf komt in ons land. In , Willibrord tussen Ierland en Rome. Een bundel historische en muzikaal-liturgische bijdragen (pp. 21-34). Utrecht: De Keltische Draak.
. (2001). "Uthgyffte vor etten kost in market to Deventer". Westfälische Klöster als Geschäftspartner in niederländischen Städten. In , ".. in guete freuntlichen nachbarlichen verwantnus und hantierung ..". Wanderung von Personen, Verbreitung von Ideen, Austausch von Waren in den niederländischen und deutschen Küstenregionen vom 13.-18. Jahrhundert (Vol. 6, pp. 303-324). Oldenburg: Bibliotheks- und Informationssystem der Universität Oldenburg.
. (2001). "Uthgyffte vor etten kost in market to Deventer". Westfälische Klöster als Geschäftspartner in niederländischen Städten. In , ".. in guete freuntlichen nachbarlichen verwantnus und hantierung ..". Wanderung von Personen, Verbreitung von Ideen, Austausch von Waren in den niederländischen und deutschen Küstenregionen vom 13.-18. Jahrhundert (Vol. 6, pp. 303-324). Oldenburg: Bibliotheks- und Informationssystem der Universität Oldenburg.
. (2015). The uses of excommunication in missionary contexts (6th-8th centuries). In , Exclure de la communauté chrétienne. Sens et pratiques sociales de l’anathème et de l’excommunication (IVe-XIIe s.) (Vol. 23, pp. 143-156). Turnhout: Brepols.
. (2012). Urbain II et la résistance à la création du diocèse d'Arras. In , Schismes, dissidences, oppositions : la France et le Saint-Siège avant Boniface VIII (Vol. 7, pp. 95-106). Paris: École nationale des chartes-Institut historique allemand.
. (2012). Unser Frauwen Marien Rosengertlin, die erste Rozenkranzschrift. In , Amo te, sacer ordo Carthusiensis. Jan De Grauwe, passionné de l’Ordre des Chartreux (2e ed., Vol. 1, pp. 371-385). Leuven: Peeters.
. (2005). Une iconographie de l’historiographie monastique: réalité ou fiction?. In , Medieval Narrative Sources. A Gateway into the Medieval Mind (Vol. 34, pp. 251-269). Leuven: Leuven University Press.
. (2021). Une bibliothèque riche, signe d’une vitalité intellectuelle. In , Floreffe. Neuf siècles d’histoire (pp. 150-156). Namur: Les éditions namuroises-ASBL Floreffe.
. (2004). Un témoin inconnu du coutumier de l'ordre des chanoines réguliers d'Arrouaise. In , Retour aux sources. Textes, études et documents d'histoire médiévale offerts à Michel Parisse (pp. 677-687). Paris: Picard.
. (2019). Un siècle avant Hildegarde et la réforme grégorienne, la « Vision » de sainte Aldegonde dans le paysage liturgique et musical du Hainaut et de la Gaule Belgique. In , Chanoines et chanoinesses des anciens Pays-Bas. Le chapitre de Maubeuge du IXe au XVIIIe siècle (pp. 135-162). Villeneuve d’Ascq: Presses universitaires du Septentrion.
. (1999). Un réformateur lotharingien de choc. L'abbé Poppon de Stavelot (978-1048). Revue Mabillon, 10, 89-111.
. (2002). Un moine est mort: sa vie commence. Anno 1049 obiit Poppo abbas Stabulensis. Le Moyen Age, 108(3-4), 497-506.
. (1995). Uit het Utrechtse rijmofficie voor St Willibrord op tekst van Alcuinus: getranscribeerd uit het twaalfde-eeuwse Antifonale van Utrecht. In , Willibrord tussen Ierland en Rome. Een bundel historische en muzikaal-liturgische bijdragen (pp. 99-108). Utrecht: De Keltische Draak.
. (2007). Twee vrouwenbroederschappen in middeleeuws Amersfoort. In , Uit diverse bronnen gelicht. Opstellen aangeboden aan Hans Smit ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag (pp. 217-227). Den Haag: Instituut voor Nederlandse Geschiedenis.
. (2021). Twee privileges voor de tertiarissen van Aalsum en Oegeklooster. In , Macht, bezit en ruimte. Opstellen over de noordelijke Nederlanden in de middeleeuwen aangeboden aan Hans Mol bij zijn afscheid als bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de Friese landen in de Middeleeuwen aan de Universiteit Leiden (pp. 357-368). Hilversum: Verloren.
. (2012). Twee oxalen voor de Sint-Jan. Niet alles is gebaseerd op de fundering. In , Putten uit het bossche verleden. Vriendenbundel voor Hans Janssen ter gelegenheid van zijn afscheid als stadsarcheoloog van 's-Hertogenbosch (pp. 273-288). Alphen aan de Maas: Uitgeverij Veerhuis.
. (2012). Twee oxalen voor de Sint-Jan. Niet alles is gebaseerd op de fundering. In , Putten uit het bossche verleden. Vriendenbundel voor Hans Janssen ter gelegenheid van zijn afscheid als stadsarcheoloog van 's-Hertogenbosch (pp. 273-288). Alphen aan de Maas: Uitgeverij Veerhuis.
. (2022). Twee kanten van dezelfde medaille: dubbelzijdige altaarstukken van Pieter Pietersz. en Pieter Pourbus in Museum Gouda. Tidinge van die Goude, 40(1a), 17-25.
. (2022). Tussen strijdlust en berusting 1492-1543. In , Gelderland als zelfstandig graafschap en hertogdom (pp. 270-319). Amsterdam: Boom Uitgevers.
. (2013). Tussen kartuizers en cisterciënzers. De brieven van Geert Grote aan de abdij van Kamp. In , A fish out of water? From contemplative solitude to Carthusian involvement in pastoral care and reform activity (Vol. 2, pp. 127-163). Leuven: Peeters.
. (2005). Turbulent times for Sint Janskerk in Gouda. The story of the building campaign and the reconstruction after the Great Fire of 1552. In , The Seventh Window. The King’s Window donated by Philip II and Mary Tudor to Sint Janskerk in Gouda (1557) (pp. 81-95). Hilversum: Verloren.
. (2004). Trier und Moseltal. In , Frauenkloster im Rheinland und in Westfalen (pp. 96-109). Regensburg: Schnell & Steiner.
. (2020). Tree of Jesse Iconography in Northern Europe in the Fifteenth and Sixteenth Centuries. Routledge Research in Art and Religion (p. 256). Abingdon: Routledge.
. (2016). Tradition and Transmission. What is the Significance of the Cistercian General Chapters’ Statutes? (Twelfth to Fourteenth Centuries). In , Shaping Stability. The Normation and Formation of Religious Life in the Middle Ages (Vol. 11, pp. 205-216). Turnhout: Brepols.