Bibliografie
] . (2008). Het verborgen leven van de zusters Agnieten. Mystieke cultuur te Arnhem in de zestiende eeuw. Ons Geestelijk Erf, 79(3), 285-316.
. (2001). Het verbruik na de dood. De laatste wil in 's-Hertogenbosch, 1331-1424. Bijdragen tot de geschiedenis, 84, 419-436.
. (2017). Het ‘verdwenen’ kaartboek van de abdij van Ninove (Philips de Dijn, 1641-1654). Analecta Praemonstratensia, 93, 314-317.
. (2012). Het verlossende woord. De Utrechtse bijbels (ca. 1430-1480) in context. Ons Geestelijk Erf, 83(3), 264-284.
. (2019). Het Verslag van Cathalina del Spiritu Sancto. In , Nonnen verdreven door geuzen. Cathalina del Spiritu Sancto's verhaal over de vlucht van Nederlandse clarissen naar Lissabon (pp. 11-85). Hilversum: Verloren.
. (2004). Het verveningsbeleid van de abdijen Leeuwenhorst en Rijnsburg in de late Middeleeuwen. Holland, Historisch tijdschrift, 36(3), 181-204.
. (2016). Het volksverhaal van de Grondeloze put uitgespit: de Duivelsput bij Hof ter Hille in Oostduinkerke archeologisch onderzocht (Koksijde, W.-Vl). Archaeologia mediaevalis, 39, 90-92.
. (2018). Het voorbeeld van de Moderne Devotie. In , De Moderne Devotie. Spiritualiteit en cultuur vanaf de late Middeleeuwen (pp. 130-131). Zwolle: Wbooks.
. (2009). Het voormalig Arme Klarenklooster: een multidisciplinair onderzoek (Br.). Archaeologia mediaevalis, 32, 109-111.
. (1995). Het voormalig refugium van de norbertijnerabdij van Tongerlo te Mechelen. In , De stadshoven van de premonstratenzer abdijen in de Nederlanden : refuge, overslagplaats en stedelijke residentie (Vol. 5, pp. 59-65). Brussel: Werkgroep Norbertijner Geschiedenis in de Nederlanden.
. (1991). Het voormalige norbertinessenklooster Mariënschoot te Zennewijnen, 1229-1614. In , Eeuwenlang. Klooster Mariënschoot en dorp Zennewijnen (pp. 7-69). Ophemert.
. (2015). Het voormalige Norbertinessenklooster van Gempe (’s Hertogeneiland) in Sint-Joris-Winge. In , Zusterkloosters in de Premonstratenzer Orde (Vol. 25, pp. 67-73). Averbode: Werkgroep Norbertijner Geschiedenis in de Nederlanden.
. (2008). Het voorwoord bij de ‘Leuvense bijbel’ van Nicholaus van Winghe (1548). Over Schrift, Traditie en volkstalige bijbellezing. Ons Geestelijk Erf, 79(1), 7-50.
. (2011). Het waarheidsgehalte in de preken van Broeder Cornelis van Dordrecht in Brugge (1566-1574). Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge, 148(1), 3-44.
. (2021). Het Westerlauwers Seendrecht: een filologische analyse. In , Macht, bezit en ruimte. Opstellen over de noordelijke Nederlanden in de middeleeuwen aangeboden aan Hans Mol bij zijn afscheid als bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de Friese landen in de Middeleeuwen aan de Universiteit Leiden (pp. 325-342). Hilversum: Verloren.
. (2016). Het Wonderjaar te Gent 1566-1567. () (p. 278). Gent: Academia Press.
. (2009). Het Woord Gods als sacrament. De actualiteit van de polemiek van Johannes Driedo van Turnhout tegen Erasmus en Luther. Taxandria, 81, 275-294.
. (2001). Is het zegel van Florbert, ‘bisschop van Maastricht’ (727-736/738) het oudst bekende bisschoppelijke zegel in West-Europa? Een vergelijkend onderzoek naar bisschoppelijke zegels in de volle middeleeuwen. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 4, 7-27.
. (2014). Het zegel van het klooster Sint-Niklaasberg van Aarschot. Het Oude Land van Aarschot, 49(2), 88-90.
. (1993). Het zijn niet allen slagers die lange messen dragen. Valse pelgrims en hun herkenningstekens. Madoc, 7, 227-235.