Signum-redactielid Tom Gaens promoveert
Op 3 juni 2019 verdedigde Signum-redactielid Tom Gaens in de Academiezaal van de Rijksuniversiteit Groningen zijn proefschrift, geflankeerd door zijn paranimfen, de redactieleden dr. Rolf de Weijert en dr. Rombert Stapel. Op Beter dan het origineel. Kartuizeridealen en de vroege Moderne Devotie promoveerde hij bij prof. Catrien Santing tot doctor aan de faculteit Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen. Co-promotor was dr. Mathilde van Dijk.
Tom Gaens behandelt in zijn dissertatie de verhouding tussen de monastieke orde van de kartuizers en de hervormingsbeweging van de Moderne Devotie in de latere middeleeuwen, alsook de materiële en spirituele interacties tussen beide. Hij toont aan dat het recentere beeld in de onderzoeksliteratuur, dat de relatie tussen beide ziet als passief eenrichtingsverkeer van beïnvloeding (op afstand), moet verlaten worden om plaats te maken voor een pad van actieve kruisbestuiving (in nabijheid). Een beter begrip hiervan werd in het verleden niet alleen in de weg gestaan door – intussen achterhaalde – ideeën over de Moderne Devotie als een anti-monastieke lekenbeweging, maar ook door geen oog te hebben voor veranderingen en ontwikkelingen in de kartuizerorde. Om de rol van de kartuizers in de vroege Moderne Devotie in het licht te zetten, onderzocht Gaens dergelijke evoluties bij de kartuizers vanuit drie “grenzen”: tussen kartuizer- en buitenwereld (bv. socio-economische interacties, omgang met weldoeners); binnen de kartuizerwereld (bv. verhouding tussen monniken en lekenbroeders); en in de “innerlijke” kartuizerwereld (bv. de relatie met het goddelijke en – bij extensie – met de naaste).
De promotiecommissie bestond uit de leden van de beoordelingscommissie, em. prof. dr. K. Goudriaan (VU), prof. dr. S. Corbellini (RUG), prof. dr. H. van den Belt (RUG), aangevuld met prof. dr. R.M. Esser (RUG), dr. B.S. Hellemans (RUG), dr. J.G.M. Sanders (BHIC) en dr. J. Arblaster (Universiteit Antwerpen).
De leden van de promotiecommissie legden niet alleen de promovendus het vuur aan de schenen, maar hadden ook, naar even gebruikelijke traditie, lovende woorden over voor het proefschrift van Gaens. Zo wees Sabrina Corbellini op het innovatieve en waardevolle karakter ervan op het vlak van de studie van spiritualiteit in de “lange vijftiende eeuw”’ en van het onderzoek naar de rol van de kartuizers in de reconstructie van het laatmiddeleeuwse religieuze panorama. Volgens haar vult het proefschrift een blinde vlek in het Nederlandse en internationale onderzoek en toont het de relevantie aan van vernieuwende benaderingen van laatmiddeleeuwse geschiedenis, waarbij gedegen archiefonderzoek gecombineerd wordt met filologische en theologische perspectieven. Als kartuizerspecialist, maar vooral als archivaris, wees commissielid Jan Sanders dan weer op het grote aantal geraadpleegde archivalische (en andere) bronnen, met name voor de laatste hoofdstukken, die volgens hem, ondanks het feit dat het over zeer verspreide en uiteenlopende bronnen gaat, niettemin door de promovendus tot een coherente en overtuigende manier werden samengebracht tot een geheel dat “leest als een trein”. Volgens commissielid John Arblaster geven de eerste hoofdstukken, die de devotionele theologie van de kartuizer Hendrik van Coesfeld behandelen, onder meer in verhouding tot Ruusbroec en de Moderne Devotie, dan weer nieuwe inzichten over de receptie van Ruusbroec. Daarmee vormen ze een belangrijke aanvulling op het standaardonderzoek daarover, zoals het werk van Albert Ampe.
Online publicatie:
http://hdl.handle.net/11370/f38afaa1-982c-4504-a7ad-4b31e1164f55
Persartikel:
https://www.rd.nl/kerk-religie/kartuizers-stonden-dicht-bij-moderne-devo...