Fragmenten van handschriften uit de bibliotheek van de Paulusabdij: een codicologische queeste
Bart Jaski
De Universiteitsbibliotheek Utrecht bezit 36 handschriftbanden van de bibliotheek van de Paulusabdij, en 66 banden met gedrukt werk. Daarnaast bevinden zich nog vier banden in het buitenland (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, Hs. 3226 en Hs. 8059; Vaticaan, Reg. Lat. Hs. 509; Glasgow, Universiteitsbibliotheek, Hs. U.2.8). Op een na (UBU Hs. 425, een incompleet brevier) zijn al deze banden toe te schrijven aan de bibliotheek van de Paulusabdij vanwege het eigendomskenmerk Liber monasterii sancti Pauli apostoli in Traiecto inferiori of een soortgelijke formule die op één of meerdere bladen is aangebracht. Een twintigtal banden heeft een stempelband die typisch is voor het bezit van de Paulusabdij. Het zwaartepunt van wat er uit de bibliotheek van de Paulusabdij is overgeleverd, ligt in de tweede helft van de vijftiende eeuw.
60 tot 70 banden van de bibliotheek van de Paulusabdij hebben maculatuur (losgeraakt of in de band). Het gaat in het totaal om circa 125 bladen, waarvan er 6 geschreven zijn in het Karolingisch schrift tot 1100, en circa 50 in het pregotisch uit de twaalfde eeuw. In de meeste gevallen gaat het om restanten van liturgische handschriften. Het doel van mijn onderzoek is om de vroegste handschriften uit de Paulusabdij op te sporen, en daarmee onze kennis te vergroten van de vroegste handschriften die in de Noordelijke Nederlanden, en meer speciefiek Utrecht, werden vervaardigd. Hierbij worden de Paulusabdij-fragmenten als een collectie bestudeerd en met elkaar en andere handschriften vergeleken.