Bibliografie
] . (2020). Een blik achter de schermen: de creatie van het Dimpna-altaarstuk. In , Zot van Dimpna. Acht panelen vol passie, lef en rebellie (pp. 220-247). Veurne: Hannibal-The Phoebus Foundation.
. (2020). De verdwenen triptiek: het Dimpna-altaarstuk digitaal gereconstrueerd. In , Zot van Dimpna. Acht panelen vol passie, lef en rebellie (pp. 24-34). Veurne: Hannibal-The Phoebus Foundation.
. (2020). The Patrons of the Dymphna Altarpiece Unmasked. In , Crazy about Dymphna. The Story of a Girl who Drove a Medieval City Mad (pp. 96-108). Veurne: Hannibal-The Phoebus Foundation.
. (2020). Goossen Van der Weyden en zijn werkplaats. In , Zot van Dimpna. Acht panelen vol passie, lef en rebellie (pp. 250-261). Veurne: Hannibal-The Phoebus Foundation.
. (1990). Het mausoleum van Isabella van Oostenrijk († 1526) in de Gentse Sint-Pieters abdijkerk. Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 44, 125-138.
. (2017). De markenruil Ename – Valenciennes en de investituur van de graaf van Vlaanderen in de mark Ename. Handelingen van de geschied- en oudheidkundige kring van Oudenaarde, 54, 47-128.
. (2000). Paltsgraaf Herman II van Lotharingen en de stichting van de abdij van Affligem (28 juni 1062). Eigen Schoon en de Brabander, 83, 165-186.
. (2004). De betekenis van paltsgraaf Herman II (1064-1085) voor het graafschap Brabant. Eigen Schoon en de Brabander, 87, 1-166.
. (2010). Paltsgraaf Wigerik van Lotharingen, inspiratiebron voor de legendarische graaf Witger uit de Vita Gudilae. Eigen Schoon en de Brabander, 93(1), 113-136.
. (2007). Identificatie van de burcht Humberch uit de Vita Berlendis. Eigen Schoon en de Brabander, 90(4), 459-468.
. (1999). Paltsgraaf Herman II († 1085) en de stichting van de abdij van Affligem (28 juni 1062). Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2, 38-95.
. (2011). Hugo van Lobbes (1033-1053), auteur van de Vita Amalbergae viduae, Vita S. Reinildis en Vita S. Berlendis. Eigen Schoon en de Brabander, 94(3), 649-684.
. (2016). Getouwtrek om Brabantse heiligen tijdens de 11de eeuw. Eigen Schoon en de Brabander, 99(3), 283-322.
. (2013). De Catalogus virorum illustrium uit de abdij van Affligem, autograaf, datering en auteurschap. Eigen Schoon en de Brabander, 96(3), 371-412.
. (2012). Kritisch onderzoek naar de interacties tussen de Vita S. Gudilae en de Gesta Episcoporum Cameracensium. Eigen Schoon en de Brabander, 95(2), 311-346.
. (2018). De 11de-eeuwse graaf Otto van Leuven, mythe of werkelijkheid. In , Feestbundel Jaak Ockeley. Bi den heylighen Cruce van Assche, Ic wil een goed Brabander wesen (pp. 273-287). Asse: Koninklijke Heemkring Ascania.
. (2012). De abdij van Affligem tijdens de investituurstrijd, een paltsgrafelijke stichting, koploper in de clunisiaanse gebruiken. Eigen Schoon en de Brabander, 95(1), 45-68.
. (2012). Onulfus van Hautmont (ca. 1048), auteur van de Vita S. Gudilae anonymo. Eigen Schoon en de Brabander, 95(4), 595-643.
. (2002). Twee dertiende-eeuwse Middelnederlandse documenten uit het archief van het Onze-Lieve-Vrouwhospitaal van Oudenaarde. Taal en tongval, 54, 68-71.
. (1999). Jan Gossaerts retabel voor het hoogaltaar van de abdijkerk te Middelburg. In , De abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies (Vol. 19, pp. 649-654). Averbode: Praemonstratensia.
. (2000). Woordenlijst betreffende de orde van Prémontré. Instrumenta Praemonstratensia (p. 45). Averbode: Praemonstratensia vzw.
. (1999). Hoeven en hoevenaars van de abdij van Tongerlo. In , De abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies (Vol. 19, pp. 175-204). Averbode: Praemonstratensia.
. (1999). Bronnen voor de premonstratenzer geschiedschrijving. Een handreiking. In , De abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies (Vol. 19, pp. 25-41). Averbode: Praemonstratensia.
. (1999). De grafschriften uit de oude abdijkerk van Tongerlo. In , De abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies (Vol. 19, pp. 635-647). Averbode: Praemonstratensia.
. (2005). De l’abbé chef d’Ordre à l’abbé général. Nature et évolution du généralat dans l’Ordre de Prémontré. In , Abbatiat et abbés dans l’ordre de Prémontré (Vol. 17, pp. 107-127). Turnhout: Brepols.