Symposium op 8 november 2014 te Meerssen
Vanaf ongeveer het derde kwart van de twaalfde eeuw begon in West-Europa, met de Zuidelijke Nederlanden als concentratiegebied, een tot dan toe ongekende bloei van het geestelijk leven waarvan vooral vrouwen de draagsters waren. Veel vrouwen kozen voor het kloosterleven of een leven als begijn. In Vlaanderen en Brabant, voor deze tijd zeer verstedelijkte regio’s en bovendien welvarend, vonden tal van stichtingen plaats waaruit klooster- en begijnengemeenschappen voortkwamen.